George Overmeire's Website
The Art of Life is dying young....as late as possible!
Wie maat houdt, kan veel genieten.

Na twee conservatoriumstudies - Schoolmuziek en Koordirectie - besloot ik mijn studie Muziekwetenschappen af te maken. Eerder had ik al twee jaar Muziekwetenschappen in Amsterdam gestudeerd, tegelijk met mijn opleiding Schoolmuziek aan het Haags Conservatorium, maar dit bleek toch, ook vanwege het heen- en weer reizen tussen Den Haag en Amsterdam, uiteindelijk onhaalbaar.

De musicologie was dus even stilgelegd, wat me trouwens wel de kans gaf om naast mijn Schoolmuziekopleiding ook de studie Koordirectie te gaan volgen, een studie die prima met de lerarenopleiding te combineren bleek en die me goed lag.

In 1982 werd ik leraar en in 1984 haalde ik mijn koordirectie-diploma. Daarna heb ik eerst een jaar full-time les gegeven en koren gedirigeerd.

Maar de wetenschap begon toch weer te kriebelen en ik besloot flink wat lesuren af te stoten, vrijwel alleen van dirigeren te gaan leven - wat betekende dat ik kon werken in de avonduren - en overdag de studie Muziekwetenschappen voort te zetten, maar nu in Utrecht. Omdat ik, dankzij mijn conservatorium-achtergrond vrijstelling had voor een paar vakken en ik hoe dan ook voor mijn plezier studeerde, combineerde ik het met nog wat extra vakken: Medievistiek, Theaterwetenschappen en een beetje Italiaans. Ik mocht immers nog zes jaar studeren - heerlijk!

Helaas gooide toenmalig minister van Onderwijs Deetman na een paar jaar roet in het eten met zijn harmonisatie-wet; mijn conservatoriumjaren gingen ineens meetellen - wég toegezegde zes jaar - en ik moest in 1989 ineens aardig tempo maken om de universiteit nog met een bul te kunnen verlaten.

Het plan dat ik had voor mijn afstuderen met betrekking tot de componist Albert Lortzing moest ik laten varen: te groot voor een doctoraalscriptie. Bovendien lag het meeste materiaal in Berlijn (toen nog achter de Muur) en Wenen (ook toen al te duur!).  

Het werd een onderwerp uit de zgn. "Scriptiebank", onderwerpen waar de Utrechtse professoren zelf geen tijd voor hadden. De Frans-Nederlandse fluitist-fluitbouwer-fluitleraar-componist Louis Drouet - een jack-of-all-trades, net als Albert Lortzing en wellicht ikzelf! - was een kolfje naar mijn hand: ik heb zelf ooit fluit gespeeld en mijn virtuositeit opgevoerd met de etudes van Drouet.

De opdracht nu was het schrijven van een biografie, want die was er nog niet. Het terrein lag nog braak.

In juli 1989, veel te vroeg naar mijn zin, studeerde ik af op een scriptie over Louis Drouet. Ik heb de scriptie online gezet en, hoewel ik me niet meer heel actief met dit onderwerp bezig houd, wordt mijn meesterproef af en toe geciteerd en wordt er een enkele keer nog wel eens naar gevraagd.

Louis Drouet (1792 - 1873).

Overgenomen uit: Adolph Goldberg: "Portäts und Biographien hervorragender Flöten-Virtuosen, -Dilettanten und - Komponisten", Berlin 1906


Follow me on Academia.edu